Het is een prachtige ochtend. De herfst hangt in de lucht. Het is heel vroeg in de ochtend, de zon piekt net over het randje van de prachtige Katwijkse duinen. Ik wandel alleen.
Opeens zie ik daar een vrouw. Haar fiets heeft ze geparkeerd langs het pad. Ze draagt een lege tas bij zich en is bessen aan het plukken die (naar mijn idee) giftig zijn. Waarom zou ze dat doen? Net daarvoor valt het mij op dat er soort fermenterende lucht hangt. Een soort lucht van alcohol.
Als ik erachter wil komen wat ze doet zal ik het dus moeten vragen: dus vraag ik deze vrouw (van rond de 65): ‘Mag ik vragen wat u aan het doen bent?’
‘Jazeker,’ zegt ze opgewekt. ‘Ik ben deze duindoornbessen aan het plukken om sap van te maken met een sap pan, zodat ik de hele winter vitamine C binnenkrijg.’ Helemaal niet giftig dus. Grappig hoe snel je oordeelt over zo’n klein oranje besje. En vitamine C, slim van deze dame. Zeker in deze tijd. Vitamine C houdt je tenslotte gezond houdt en versterkt je immuunsysteem. Deze bes groeit hier gewoon in de duinen met grote getale en niemand die dat weet of ze plukt. Alleen deze vrouw hier. ‘Het is wel moeilijk om ze te plukken, vervolgt ze, want ze hebben akelige stekels’. Terwijl ze dit zegt probeert ze met haar schaartje de doornen te ontwijken en zichzelf niet te bezeren. Aha, daarom doen niet veel mensen het dus.
Ik lach en zeg: ‘Maar de stekels trotseren is de opbrengst zeker waard.’ Ze knikt instemmend en gaat door met haar werkje.